Nieuws


Aansprakelijkheid bij aanrijding tussen motorvoertuig en elektrische fiets - maandag 7 mei 2018

Wanneer er een aanrijding plaatsvindt tussen een motorrijtuig en een fietser is artikel 185 Wegenverkeerswet(WVW) van toepassing. Met dit artikel worden fietsers beschermd tegen de gevaren van gemotoriseerd verkeer. Dat betekent dat de bestuurder van een motorrijtuig in beginsel aansprakelijk is voor minimaal 50% van de door de "zwakkere” verkeersdeelnemer geleden schade, tenzij sprake is van overmacht. Van overmacht is sprake indien de bestuurder van het motorrijtuig rechtens geen enkel verwijt van zijn gedraging valt te maken en de fout van de fietser zo onwaarschijnlijk is dat de bestuurder van het motorrijtuig daar redelijkerwijs geen rekening mee hoefde te houden. In de praktijk wordt overmacht zelden toegekend.

Valt een elektrische fiets echter ook onder de bescherming van artikel 185 WVW? Ja en nee. Er moet onderscheid worden gemaakt tussen een ‘gewone’ elektrische fiets en een speed pedelec. Een gewone elektrische fiets heeft een elektromotor van max. 250 watt, met trapondersteuning tot 25 km/u en je moet op het fietspad rijden. Een speed pedelec heeft een elektromotor met een vermogen tussen de 250 en 4000 watt, met trapondersteuning tot 45 km/u. Op het brom-/fietspad mag maximaal 30 km/uur worden gereden binnen de bebouwde kom en 40 km/u buitende bebouwde kom. Er mag dus niet op het fietspad worden gereden. Op de rijbaan mag 45 m/u worden gereden. De minimale leeftijd is 16 jaar en een bromfietsrijbewijs is verplicht, evenals een gele kentekenplaat en een WA-verzekering.

Dit betekent dat de ‘gewone’ elektrische fiets dus wordt gezien als zwakkere verkeersdeelnemer en valt onder de bescherming van art. 185 WVW. De speed pedelec wordt gelijkgesteld met een bromfiets, waarvoor de beschermende werking van art. 185 WVW niet geldt.


Terug naar de vorige pagina >